Thesis: Perception is reality

2020

Infinite Love is the only truth – everything else is illusion.

Mare Roorda 2020 Gerrit Rietveld Academie Amsterdam

 

Inhoudsopgave 

  1. De invloed van perceptie op de realiteitservaring
  2. De oppervlakkige perceptie van het zelf
  3. Het fundament van perceptie
  4. De informatie die wij ontcijferen tot realiteit
  5. De (on)mogelijke werkelijkheid
  6. De frequentie van gedachten
  7. Alles staat in verband met elkaar
  8. De conclusie is liefde
  9. Bijlage
  10. Bibliografie

– Inleiding

 Altijd al heb ik er controversiële ideeën op nagehouden. Ik heb sterk de overtuiging dat er iets aan onze opvattingen over dit aardse bestaan niet klopt. Het was vaak lastig te verwoorden wat ik op een innerlijk niveau wist, lastig om aansluitende informatie te vinden. Met een aanhoudende intentie breekt er uiteindelijk iets voor ons open. In deze tekst wens ik je een inzage te schenken in mijn, tot op heden verworven, inzicht. 

Wat zijn we, waar zijn we en waarom zijn we, zijn de leidende vragen in mijn leven. De antwoorden die mij hierop werden aangereikt terwijl ik opgroeide leken mij zeer onwaarschijnlijk. Er waren enkele lichtpuntjes die enige verheldering hebben geboden, die mijn vertrouwen op mijn eigen-wijsheid hebben ondersteund. 
Op een gegeven moment volgende ik een les natuurkunde op de middelbare school waarin een voorbeeld van twee stemvorken werd aangehaald. Als je twee stemvorken in dezelfde toon hebt en je slaat er één aan om hem vervolgens stil te maken, dan zal je alsnog de klank horen omdat de tweede stemvork mee resoneert. De frequentie van het geluid is overgedragen op de tweede stemvork die op hetzelfde frequentie niveau zit omdat het dezelfde noot is. Voor mij was het een tastbare bevestiging van mijn visie op de energetische uitwisseling tussen mensen. Ik had zelf al ervaren dat we een frequentie uitdragen en elkaar daarin kunnen versterken wanneer we op dezelfde lijn zitten. Ditzelfde voorbeeld zal nogmaals terugkomen, al is het aan de hand van twee violen om niet in exacte herhaling te vallen. Je kunt je dan voorstellen hoe mooi de kralenketting van het leven aaneengeregen is.
Een ander voorbeeld is dat ik ergens rond mijn vijftiende levensjaar de vraag ‘wie ben ik?’ diende te beantwoorden. Uiteraard opende ik met; ben ik mijn naam? Mijn leeftijd? Ben ik de mate van mijn intelligentie? Een vrouw? Nee, ik ben niets van dit alles. Ik ben mezelf. Het zal u niet verbazen dat dit niet voldeed aan de verwachting en dat ik met het laagste cijfer van de klas werd weggestuurd. Het was voor mij onbegrijpelijk dat mensen deze zijns-vraag beantwoorden met Pietje of Henkie. Ik wist toen meer dan ooit dat ik beter niet te goed zou luisteren. 
Zoals u ook zult begrijpen was het niet altijd makkelijk om vanuit mijn perspectief, of anders gezegd, met mijn perceptie, te vertrekken in een wereld die zo verschillend is. 

Ik ben dan ook eeuwig dankbaar voor de bron die rijkelijk vloeit in het werk van alle voorgangers, de informatie die zich openbaart nu ik de ingang gevonden heb. Dat de realiteitservaring voornamelijk, als niet enkel, een perceptie is, geeft inzicht vanuit waar ik verder kom in het ontrafelen van de boven genoemde vragen: wat, waar en waarom ben ik? 
Perceptie is de aangenomen basis waarop we alles onderbouwen. Van perceptie komt vervolgens een aansluitende actie. Onze overtuigingen, waarden en normen motiveren onze daden. Zij geven richting aan ons leven en ons begrip van de realiteit. Daarmee is perceptie fundamenteel voor de ontwikkeling en ervaring van realiteit. 

Het is belangrijk dat we de juiste houding hebben ten opzichte van perceptie. Op het moment dat we ons identificeren met onze overtuigingen en de daar aan verbonden emoties zijn we niet in staat te zien dat het maar een perceptie is die de ‘realiteit’ in leven roept. Dan worden we overgeleverd aan opgelegde en aangeleerde systemen. 

Zeker in tijden als deze waarin emotionele standpunten de bovenhand lijken te spelen over kritische standpunten, is het van groot belang de rol van perceptie te erkennen en er de besluitvorming over terug te nemen. 

Kom met me mee op deze ontdekkingsreis. 

  1. De invloed van perceptie op de realiteitservaring

We leven allemaal op deze aarde en toch is er niemand die in dezelfde wereld leeft. 

Die wereld bestaat namelijk bij de gratie van perceptie. 

Laten we kijken naar de werking van overgeleverde kennis. Hiermee verwijs ik bijvoorbeeld naar de maatschappij, onderwijssystemen, algemeen aangenomen ideeën oftewel ervaringen. ‘Ervaringen’ omdat de ervaring van het onderwijssysteem in bijvoorbeeld Amerika een andere perceptie zal geven dan wanneer je het systeem in Nederland doorloopt. Daarbij is ook de ervaring van het Nederlandse onderwijssysteem voor iedere student anders. 
Uiteraard worden er verschillende stromen van kennis aan ons overgeleverd. Zo hebben we de basiskennis over het leven, dat we moeten eten, slapen ect. Dit komt zo goed als overal op de aarde overeen. Daarna valt het steeds specifieker toe te spitsen, van overheden tot provincies, steden, sociale klasse, en uiteindelijk de directe invloedsfeer van familie en vrienden. Al deze opvattingen en overtuigingen waaraan we worden blootgesteld hebben consequenties voor onze eigen ideeën. Hoe groot is immers de kans dat een kind in een islamitisch geboren omgeving opgroeit tot een overtuigd katholiek, of vice versa. Je zou kunnen zeggen dat we onszelf en elkaar verhalen vertellen over hoe de dingen in elkaar steken. Hierin hebben we een groot gedeeld goed en heeft ieder individu verder zijn persoonlijke ervaringen en daarmee percepties.
Zo kan dezelfde situatie voor de ene persoon zeer bedreigend zijn, terwijl deze door een ander juist als prettig wordt ervaren. Het gaat er maar net om door welke lens je kijkt. Vaak is de verhouding tot een situatie gebaseerd op eerdere ervaringen of verworven ideeën over wat de situatie inhoudt. Mocht je bijvoorbeeld een negatieve ervaring hebben gehad met een hond, dan is de kans groot dat je een volgende ontmoeting bedreigend vindt, terwijl iemand met een positieve voorgaande ervaring het juist aangenaam vindt om een hond in de buurt te hebben. 
Eveneens geldt dat iemand die bepaalde ideeën heeft aangenomen als zijnde de waarheid, en daarmee dus de realiteit, een totaal andere ervaring heeft van dezelfde situatie als iemand met andere achtergrondinformatie. Zo leeft de één in de perceptie dat het respectvol is om tijdens een diner het bord niet leeg te eten terwijl dit door de ander als een belediging wordt gezien.
De invloed van perceptie is doordrongen tot in de diepste vezels van ons leven.

Alles is uiteindelijk een ervaring in het bewustzijn. Doordat er een bewustzijn in mij aanwezig is ben ik instaat een bepaalde visie op de situatie te ontwikkelen. De mate en helderheid van dit bewustzijn is doorslaggevend in mijn ervaring en ontwikkeling van perceptie.
Wanneer we ons bewust zijn dat het de invalshoek, ofwel de perceptie, is waardoor iedereen een verschillende ervaring van de realiteit heeft, zou het hebben van verschillende ervaringen geen probleem hoeven te zijn. Het is juist wanneer wij ons persoonlijk verbonden voelen met de perceptie, of wel ideeën, dat het kan botsen met een anders gestelde.
De beleving van realiteit en de daarbij behorende uitdraging van de ene persoon, kan doordat het zo haaks staat op die van de ander als een persoonlijke aanval worden gezien. Terwijl de desbetreffende persoon in al zijn onschuld alleen maar handelt vanuit zijn eigen perceptie. Er is niks persoonlijks aan een invalshoek zoals in het genoemde voorbeeld van het wel of niet leeg eten van je bord, tenzij men er in zo’n hoge mate mee verbonden is dat we ons met deze opvatting identificeren. In dat moment vergeten we dat het maar een aangenomen concept is.  
In sommige gevallen is de confrontatie met een ander perspectief zodanig ongewenst dat daaruit voortkomend wel daadwerkelijk wordt geprobeerd de tegenstrijdigheid te elimineren. Het kan namelijk zeer verwarrend zijn wanneer wij onze aannames waarop het leven is gefundeerd, als monopolie op de waarheid verliezen. Dan blijkt dat er meerdere mogelijkheden zijn. Dit vormt een gevaar voor iemands realiteitservaring en dat wordt door velen als bedreigend ervaren, wat wederom een perceptie is. 
Mijn visie is dat eenieder het recht heeft op zijn eigen overtuiging en uitdraging van deze perceptie. Doe wat u wilt, uw leven, zolang het maar niet aan een ander wordt oplegt. Iedereen heeft het recht op vrijheid. 

Tot nu toe heb ik de botsing tussen percepties op een uitgezoomd niveau besproken. Ook binnen een individu kan het zijn dat een bepaalde perceptie onverenigbaar is. Bijvoorbeeld een overtuiging die in strijd is met wat er zich voor iemands ogen afspeelt. Deze contradictie zou een mooi leermoment kunnen vormen wanneer men zich openstelt voor een nieuw perspectief op de situatie. Het is echter de identificatie met de persoonlijke perceptie die het moeilijk maakt om de situatie te verwerken. 
Vaak zijn er aan een bepaald idee, ofwel perceptie, meerdere facetten van het leven verbonden. Wanneer binnen een bepaalde situatie een andere waarheid mogelijk blijkt te zijn, komen ook deze andere facetten op losse schroeven te staan. Dat is waarom er zelfs over onzinnige onderwerpen ruzie wordt gemaakt; als de persoon zijn perspectief open zou stellen dan heeft dat invloed op veel meer gebieden in zijn leven. Dit vereist een enorme toetsing van aannames en ook de kracht om je zelf in de ogen te kijken en in te zien dat je waarschijnlijk niet altijd het grotere geheel van de realiteit hebt kunnen bevatten. Daar hoeft u uzelf niet voor te veroordelen en een ander heeft daartoe het recht al helemaal niet. Het is gewoon de ontwikkeling van bewustzijn, ik zie dat als een onderdeel van de menselijke evolutie. Als zelfs Socrates zei: “I know nothing, except the fact of my ignorance.”, waarom houden wij onszelf dan vast aan het dogmatische absolute? Ik wil hiermee uw inherente weten niet ontkennen. Ik zou alleen zeggen dat dit weten niet voortkomt uit het wikken en wegen en het binnen de lijntjes denken waarin het hoofd blijft rondcirkelen, maar juist uit de overgave aan het hart, de intuïtieve kennis.
Ik heb de indruk dat men liever in een idee van een bepaalde realiteit leeft waaraan men zich kan vasthouden, omdat dat nou eenmaal het verhaal is waarmee ze bekend zijn. Dit is waarom er zo vaak wordt geroepen; “Hou op, ik wil het niet horen.” De nieuwe informatie is in strijd met de persoonlijke perceptie van de realiteit en zou zomaar de hele structuur van iemands leven overhoop kunnen halen. Ook al is die structuur aantoonbaar onjuist, de behoefte aan houvast, of wel de angst voor het onbekende, is groter. We hebben hier te maken met cognitieve dissonantie, zelfbedrog is het beschermingsmechanisme wat als gevolg hiervan vaak wordt ingezet.
Men staat zichzelf toe te geloven dat een onwaarheidsgetrouw idee, gevoel of ervaring, de waarheid is. Daarmee schept men voor zichzelf een realiteit die een valse ervaring van de situatie geeft. Uiteindelijk wordt dit uiteraard steeds lastiger vol te houden, vanwege het feit dat ideeën over het één invloed hebben op het ander. Het kan zelfs zover gaan dat totaal tegenstrijdige begrippen als gelijken worden gezien. Neem bijvoorbeeld; oorlog is vrede, vrijheid is slavernij, onwetendheid is wijsheid, zoals George Orwell het in zijn boek “1984” laat gelden. 

We nemen de realiteit waar door de lens van onze overtuigingen. Deze lens ziet wat het gelooft, en brengt daardoor een ervaring die bij de overtuiging aansluit. Een mooi voorbeeld hiervan is hoe de aannamen over iemands persoonlijkheid de interpretatie van zijn woorden beïnvloedt. Twee mensen die van elkaar aannemen dat de ander een slechte intentie heeft zullen in hun ervaring ook snel geneigd zijn deze slechte intentie uit de woorden te halen. Zo zijn er onderzoeken gedaan waarin een gemaakte video opname van het gesprek wordt teruggedraaid en voor beiden personen duidelijk zichtbaar is dat de intentie anders was dan in eerste instantie beleeft. Het was puur doordat ze de perceptie over de ander niet los konden zien van de situatie dat ze met een andere realiteit te maken kregen. 
In sommige gevallen wordt meer dan 50% van de informatie die het brein ontvangt aangepast om aan te sluiten bij het al bestaande idee. Het laat informatie achterwege en voegt dingen toe die er niet waren zodat er een realiteit wordt gecreëerd die past bij de overtuiging. 

Wat je niet kunt geloven, kun je ook niet waarnemen of meekrijgen. 

Als een bepaalde kijk op een situatie, of zelfs eerste hand informatie, niet te comprimeren valt met het eigen overtuigingsysteem, dan wordt dit teniet gedaan als onbruikbaar wanneer men zijn eigen perspectief niet openstelt. 

2. De oppervlakkige perceptie van het zelf

Bijna iedereen zal de vraag ‘wie ben je?’ beantwoorden met het opnoemen van een naam, werk, hobby, etc. Men ontleent zijn persoonlijkheid aan de bezigheden en ervaringen die zij in het leven hebben. De persoon ziet zijn gedachten en emoties als iets wat hij is; ik ben links/rechts politiek georiënteerd, ik ben gelukkig/ongelukkig. 
We weten uit wetenschappelijk onderzoek dat gedachten en emoties nauw verbonden zijn aan chemische reacties in het lichaam. Wanneer we ‘denken’ of een emotie voelen activeert dat een elektromagnetisch proces in de hersenen en het lichaam. Er worden dan verschillende signalen afgegeven waardoor er bepaalde chemische reacties tot stand komen. Zoals bijvoorbeeld het stofje dat vrijkomt wanneer iemand verliefd is.
Als we onze gedachten en emoties zouden zijn, dan zouden chemische processen in het lichaam niet de manier waarop we denken of voelen kunnen veranderen. Want hoe kan een bepaald stofje, ofwel een chemische reactie veranderen wat wij zijn? 

Gedachten en emoties zijn elektromagnetische reacties in het lichaam die maken dat een persoon de situatie op een bepaalde manier ervaart, als bijvoorbeeld prettig of als onprettig. Deze elektromagnetische reactie reageert aan de hand van stimulatie die wij omschrijven als informatie of een ervaring; de situatie waarin we ons bevinden en de manier waarop we deze interpreteren. Welke informatie we uit de situatie halen is dan weer gebaseerd op eerdere ervaringen oftewel percepties. 
Hetzelfde geldt voor een van de grootste identificatie pilaren in onze huidige sociale structuur; de ervaring van vrouw of man zijn. Als de combinatie van verschillende chemische reacties, ofwel hormonen bepaald of we man of vrouw zijn, hoe kan het dan dat de ervaring van man of vrouw zijn daadwerkelijk is wat we zijn? In dat geval zou je zeggen dat we onze hormonen zijn. Het valt verder niet te ontkennen dat er een verschillende ervaring verbonden is aan het zijn van een man of vrouw, alleen al op het fysiek vlak. Het is alleen van belang welke betekenis we aan die ervaring geven en welke percepties we er over ontwikkelen. 
Ik kan het volgende kort vertellen. Op de middelbare school ben ik afgestudeerd met een eindwerkstuk ingaand op het idee dat er geen verschil is tussen mannen en vrouwen. En vertel mij wat, de afgelopen jaren sinds 2014 is perceptie rondom dit onderwerp in een stroomversnelling terecht gekomen. Zes jaar geleden was mijn verhaal ongehoord en kreeg ik heel wat over mij heen voor het verkondigen van dit idee. 
Vandaag de dag zie ik de diepere essentie die ik toen probeerde te omvatten. Namelijk dat wij in de kern niet de uiterlijke ervaring zijn, maar allemaal dezelfde levenskracht vertegenwoordigen. Op het punt binnen mijn ontwikkeling vanuit waar ik nu schrijf zou ik willen stellen dat er wel een verschil is tussen de twee ervaringen, maar dat er binnen die ervaringen ook weer zoveel verschillende diversiteit is dat het zonde is een scheidslijn op basis van gender te hanteren. Net zo goed als dat het zonde is te zeggen dat er geen verschil is, of dat de ene beter is dan de ander. 
Ik zou willen waarschuwen voor het verleggen van totale identificatie met de labels. Volgens mij missen we dan juist het punt waarom de focus op man/vrouw ons tekort doet. Dan ontstaan er alleen maar meer hokjes en labels waaraan het individu zich moet kunnen meten. Daarbij komen groepen makkelijk tegenover elkaar te staan. 
In mijn visie zijn alle labels waarmee we ons kunnen identificeren slechts een ervaring die we hebben en niet dat wat we werkelijk zijn. Niet dat er iets mis is met het ervaren van de ervaring. Maak het zo wild als u zelf wil, zolang we ons er maar wel van bewust blijven dat het onderdeel is van de verhalen die we vertellen over hoe de dingen zijn. 

Het is belangrijk dat we begrijpen dat gedachten, emoties, en alles wat daaruit voortkomt ervaringen zijn, gebaseerd op onze perceptie van het onderwerp. Dit is niet wat wij zijn. Het is juist doordat we dit vergeten dat we ons persoonlijk gaan identificeren met de uitkomsten van de elektromagnetische reactie. Onze perceptie wordt dan waarheid. Wanneer dit ver genoeg is doorgevoerd komen we op het punt dat onze perceptie niet meer verenigbaar is met een andere realiteitservaring en dat brengt problemen. 

Je zou deze vorm van identificatie kunnen vergelijken met een astronaut die op het punt is gekomen dat hij zich is gaan identificeren met zijn ruimtevaartpak. Het pak biedt hem de mogelijkheid een bepaalde ervaring te hebben, hij kan namelijk in de ruimte zijn, waartoe hij zonder dat pak niet in staat is. 
            Zo is het ook voor het lichaam zelf. Het geeft ons de mogelijkheid hier op de aarde te zijn, de ervaring van het menselijk leven te hebben. We maken alleen dezelfde misinterpretatie als de astronaut en zien ons lichaam als dat wat we zijn. 
De vraag is, waar houdt het op? Als ik een computermuis in mijn hand heb kan ik aanpassingen maken op het scherm, dan krijg ik toegang tot die realiteit. Als dat de enige realiteit is waartoe ik mij verhoud, is die computermuis dan een verleng stuk van mijn arm, van mijn zijn? Waar ligt de grens… 

3. Het fundament van perceptie

Je zou het lichaam kunnen zien als een biologische computer die bepaalde programma’s draait. De hersenen zijn de centrale verwerkingseenheid waar besloten wordt wat bepaalde informatie inhoudt. De hersenen ontvangen informatie van de vijf zintuigen die het vervolgens ontcijfert. Hoe de hersenen een signaal lezen is doorslaggevend voor de ervaringen van een sensatie. Wanneer je de hersenen programmeert om informatie op een bepaalde manier te lezen kan je iemand een appel laten eten terwijl hij een banaan proeft. Zo kan ook een windvlaag opeens worden gelezen als een pijnlijke sensatie. We voelen de pijn namelijk niet op de locatie van het contact met de wind, we voelen het wanneer de informatie van dat contact de hersenen bereikt en ontcijferd wordt. Op die manier wordt ook fantoompijn behandelt doormiddel van hypnose, de signalen van een pijn ervaring die de hersen afgegeven worden geblokt in. 
The World Economic Forum spreekt over de mogelijkheid de elektromagnetische signalen die ervaren worden en verbonden zijn aan bijvoorbeeld depressiviteit te blokkeren door middel van de aansluiting van de hersenen op kunstmatige intelligentie. Programma’s van onder anderen Elon Musk, oprichter van Neuralink en SpaceX, zijn vergevorderd in het beïnvloeden van hersensignalen aan de hand van een chip in het brein, en daarmee de beïnvloeding van de realiteitservaring. Iemands perceptie kan dus worden beïnvloed en daarmee wordt een realiteitservaring gecreëerd. 
         Het lijkt mij belangrijk in oogschouw te nemen waar de mogelijke gevaren van zulke ontwikkelingen zitten. Bijvoorbeeld in de kans op misbruik waarbij een ongekende macht vrijkomt. Macht om de realiteitservaring en daarmee levensinvulling van de des betreffende persoon te vormen. Daarbij geeft de perceptie en bijhorende ervaring van de realiteit ons de mogelijkheid tot verder inzicht te komen. Wanneer dit gemanipuleerd wordt verliezen we die kans. 

De evolutie van het lichaam zou je kunnen zien als het downloaden van nieuwe programma’s. Het lichaam past zich aan op zijn omgeving, maar ook op innerlijke uitdaging zowel psychisch, mentaal als emotioneel. Het is de overlevingsdrang die deze aanpassingen doorzet, en die drang is een diepgeworteld onbewuste instelling die we in ons dragen. Het lichaam reageert zelfstandig op de nieuwe impulsen en komt met oplossingen zonder dat wij daar ‘persoonlijk’ tussen komen. Het lichaam is daarop ingesteld, ofwel, draait het overlevingsprogramma. 
Mede afhankelijk van de verschillende oplossingen die er gevonden worden komt de perceptie van de realiteitservaring tot stand. Zo blijkt dat de hersenen van ongeboren kinderen waarvan de moeder bijvoorbeeld mishandeld wordt zich anders ontwikkelen dan die van een foetus waarvan de moeder zich in een veilige omgeving bevindt. De hersenvorming anticipeert op de informatie die het via de moeder ontvangt en structureert zich zodanig dat het kind is voorbereid op de wereld waarin de moeder zich bevindt. Dit geeft andere mogelijkheden aan de kinderen uit de verschillende situaties, namelijk een brein gericht op overleven of een brein gericht op zelfontplooiing. 
Samenlevingen veranderen per generatie afhankelijk van hoeveel nieuwe informatie zij tot zich krijgen, of anders gezegd; welke programma’s zij downloaden. Wanneer mensen in contact komen met anderen culturen kan dit hun gedownloade programma opnieuw instellen. Zij stellen zich dan open voor een ander perspectief. Eveneens geldt dit uiteraard voor de contacten wanneer er een brug wordt geslagen tussen verschillende ideevormingen vanuit bijvoorbeeld subculturen of groeperingen. Wanneer deze dynamiek op een eerlijke manier benaderd wordt verbreedt dit het spectrum aan mogelijkheden. De keerzijde hebben we echter ook mogen waarnemen, namelijk dat alles zich afvlakt naar één standaard. Merk op dat zo goed als de gehele wereld in spijkerbroeken en simpele T-shirts loopt, en dat de diversiteit aan leefstijl is afgenomen.  

De hersenen kunnen de informatie die nodig is voor het hebben van een ervaring ontcijferen doordat deze via de vijf zintuigen binnenkomt. De verbinding die de informatie transporteert is wederom elektromagnetisch, het zijn bepaalde frequenties die door de ruimte en ons lichaam worden geleid om vervolgens ontcijfert te worden zodat er een bepaalde realiteitservaring kan zijn.
Het is niet zo dat we een object in ons oog moeten stoppen om het te kunnen zien.De golflengte van licht raakt een object en bereikt vervolgens ons oog. Die frequentie wordt in de hersenen omgezet naar een beeld, waardoor we het object waarnemen. 
De verschillende kleuren die we zien, ontstaan doordat het licht op dat object naar ons oog wordt gekaatst in hogere of lagere frequenties, en onze hersenen dat vertalen naar de waarneming van verschillende kleuren. We weten dat verschillende mensen dezelfde kleur anders kunnen zien, denk aan kleurenblindheid. De hersenen vertalen de frequentie op een andere manier. 

Ook is het bekend dat bepaalde mensen, die bijvoorbeeld in het tropisch regenwoud wonen, in staat zijn verschillende tonen van een kleur waar te nemen, terwijl het door anderen als één en dezelfde kleur wordt gezien. Deze mensen zijn gevoeliger voor de frequentie en kunnen er meer informatie uit ontcijferen.  
Dat we frequenties op een bepaalde manier ontcijferen betekent niet dat die ontcijfering de absolute waarheid is van de realiteit. Het is slechts door onze zintuigen dat we de realiteit op die manier ervaren. Als we de frequenties op een andere manier vertalen dan is er een andere realiteit. Dan smaakt een appel opeens als een banaan. De wereld zoals wij hem kennen bestaat dus eigenlijk alleen in ons hoofd en in de vertaalslag die daar gemaakt wordt. Een belangrijke factor hiervan is ook de beperking van onze vijf zintuigen. Er zijn vele frequenties waartoe ons lichaam niet in staat is ze te ontcijferen. Een prachtig voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld de mogelijkheid infrarood uit de zee van frequenties te ontcijferen, zoals verschillende roofvogels dat kunnen. Die realiteitservaring bestaat wel, het is maar net welke ontcijferingsmogelijkheden je hebt.  
Daarbij is het belangrijk om te weten dat het oog een blinde vlek heeft. De oogzenuw verbindt zich aan het oog in het midden van het netvlies. Op deze plek kunnen wij niet ‘zien,’ de hersenen zijn echter zodanig intelligent dat ze het ontbrekende stukje informatie zelf invullen. Dit is natuurlijk een uitstekend voorbeeld van perceptie als realiteitservaring; we zien wat we veronderstellen te zien. 
Ook geluid is een duidelijk voorbeeld van hoe frequenties door ons lichaam in bepaalde informatie wordt omgezet. De frequentie van geluid kunnen we niet zien, toch weten we dat het er is want we kunnen het namelijk via ons zintuig de oren ontcijferen. 
Het is net zoals de wifi- en televisie frequenties die we niet kunnen waarnemen, daar hebben we speciale apparaten, zeg lichamen, voor nodig die erop gericht zijn deze frequenties te ontcijferen. De frequentie van een bepaalde zender hangt in de lucht maar wordt pas zichtbaar voor ons als het een vertaalslag heeft gemaakt naar het scherm. 
Dat geldt ook voor het surfen op het internet. Er zijn miljoenen mogelijke beelden om op het scherm te krijgen, maar de realiteit die jij ervaart hangt af van welke site je opent; welke informatie je kiest om te ontcijferen. Zo werkt het ook in de beleving van de aardse realiteit. Het lichaam kan alleen bepaalde frequenties ontcijferen. Binnen die frequenties bestaan er verschillende interpretaties afhankelijk van je perceptie. In die zin is de realiteit maakbaar, net zoals op het internet kun je ervoor kiezen welke informatie je ziet. Ook de manier waarop je met de situatie omgaat, ofwel welke perceptie je er over hebt, geeft je de mogelijkheid om de ervaring van realiteit te beïnvloeden.

Zoals Albert Einstein, theoretisch natuurkundige, zei:

“We must remember that we do not observe nature as it actually exists, but nature exposed to our methods of perception. The theories determine what we can or cannot observe.” 

“Reality is an illusion, albeit a persistent one.” (1)

4. De informatie die wij ontcijferen tot realiteit

We ervaren een solide werkelijkheid, vanuit de kwantum wetenschap weten we echter dat alles bestaat uit atomen. Atomen zijn voor meer dan 99% leeg in de menselijke waarneming en toch wordt hen toegekend dat ze de fundamentele bouwstenen zijn van onze ‘solide’ wereld.

In de kwantum wetenschap zijn we erachter gekomen dat atomen uit verschillende zeer kleine deeltjes bestaan, zoals het elektron. Wetenschappers hebben vastgesteld dat elektronen en anderen subatomaire deeltjes zichzelf uiten als een golflengte (niet fysiek) of als een deeltje (wel fysiek).

Micheal Talbot, auteur gericht op parallellen tussen oude mystiek en kwantumwetenschap, omschrijft dit als volgt in “The holographic universe”:

“ For Karl Pribram, this synthesis made him realize that the objective world does not exist, at least not in the way we are accustomed to believe. What is ‘out there’ is a vast ocean of waves and frequencies and reality looks concrete to us only because our brains are able to take this holographic blur and convert it into sticks and stones and other familiar objects that make up our world..” (2)

Dit betekent niet dat de objecten er niet zijn. Ze hebben simpel gezegd twee aspecten van realiteit. Wanneer ze gefilterd worden door de lens van onze hersenen manifesteert het zichzelf als een object. Als we los konden komen van deze vertaalslag zouden we hetzelfde ‘object’ kunnen waarnemen als een frequentie patroon, ofwel golflengte. 

Er wordt steeds meer bewijs gevonden dat de objecten die wij zien eigenlijk een illusie zijn bestaand uit driedimensionale hologrammen die tot leven worden geroepen door onze eigen hersenen. 

Zowel David Bohm, de wereldbekende kwantum natuurkundig aan de universiteit van Londen, en Karl Pribram, een neuronfysioloog aan de Standfort universiteit, kwamen beiden tot dezelfde conclusie ook al hebben hun onderzoeken een verschillende achtergrond. Zij zagen in dat onze ‘fysieke’ realiteit bestaat uit hologrammen die de illusie geven van driedimensionale objecten terwijl zij in werkelijkheid niets anders zijn dan frequentie patronen. 
Met andere woorden, wanneer we bijvoorbeeld een fysiek gebouw zien is dit een hologram die alleen bestaat in ons hoofd, terwijl ‘het gebouw’ eigenlijk een frequentie of golflengte is, die bepaalde informatie bevat die wij vervolgens ontcijferen tot het waarnemen van een gebouw.

Het statement dat de wereld een illusie is betekent niet dat er niets bestaat. Er is wel degelijk iets. Het valt niet te ontkennen dat er een ervaring van bewustzijn is. Dit statement verwijst voornamelijk naar de aard van onze subjectieve perceptie van de wereld, en niet zo zeer naar de daadwerkelijke aanwezigheid van de objectieve kern van dat ‘iets’. Hoe we de wereld ervaren en aanschouwen verschilt van hoe de dingen werkelijk zijn. Binnen de huidige perceptie van realiteit is de wereld die we onderzoeken en waar we het over hebben een illusie. Zoals gezegd is het onze perceptie die de illusie in leven roept en daarmee is het dus ook onze verstandshouding tot die perceptie die de ervaring van realiteit bewerkstelligd. 

Kwantum wetenschap duidt steeds vaker aan dat het universum, voor zover dat vanuit wetenschappelijk onderzoek vastgesteld kan worden, verwant is aan iets dat wij zouden omschrijven als een groot bewustzijn. 

Max Planck, nobelprijs winnaar voor de ontwikkeling van de kwantumtheorie, verwoordt het als volgt:

“All mater originates and exists only by the virtue of a force.. we must assume behind this force the existence of a conscious and intelligent Mind. This Mind is the matrix of all matter.” 

Alles wat wij waarnemen met de vijf zintuigen is de matrix. De matrix, zijnde het raamwerk dat dient als ondersteuning voor ander materiaal of stof. Stof tot nadenken, dat zeker. Het brein ontvangt de elektromagnetische impulsen en op basis hiervan wordt een intern beeld, of representatie van de wereld ‘buiten’ ons gevormd. Hieraan geeft ieder mens zijn eigen persoonlijke vertaalslag, aan de hand van vooroordelen en aannames, ofwel percepties, over het leven en de realiteit.

5. De (on)mogelijke werkelijkheid

Charles Tart, een psychologie professor aan de Davis Campus van de universiteit van Californië, heeft een onderzoek gedaan waarin hij twee professionele hypnotiseurs elkaar liet hypnotiseren met als doel hun hypnotische realiteiten met elkaar te synchroniseren. De twee hadden dezelfde ervaring op een strand en praatten zelfs met elkaar, dit terwijl ze in de realiteit waar vanuit Charles Tart hen observeerde niet met elkaar spraken. Later vertelden ze dat de hypnotische droom net zo werkelijk was geweest als de realiteit van de normale dag. Ze hadden de vijf zintuiglijke ervaringen en konden met elkaar omgaan zoals ze dat kennen vanuit de ‘normale realiteit’.
Het is interessant te weten dat de wakkere staat waarin we normaal gesproken verkeren zeer dicht in de buurt komt bij een hypnotische staat van zijn. 

Volgens David Icke, auteur en activist gespecialiseerd in de ontrafeling van machtsstructuren, is onze realiteit dan ook een droom. Hij staat hierin niet alleen. Verschillende culturen en spirituele tradities delen dezelfde overtuiging. Net zoals de kwantumwetenschap die meer en meer tot deze conclusie komt.
David Icke stelt dat we doordat we bepaalde informatie als ultieme waarheid aannemen we deze ook als realiteit ervaren, en dezelfde ervaring delen met anderen die deze waarheid ook hebben geaccepteerd. Hij stelt dat de aard van onze fysieke realiteit, of zoals hij zou zeggen, onze droom, wordt gestuurd door onze overtuigingen. We projecteren gedachten ofwel golflengtes die we vervolgens observeren in de holografische illusie die ons brein ervan maakt.

Een ander hypnose experiment wat deze theorie ondersteunt wordt door Michael Talbot aangehaald in “The Holographic Univers”. Een hypnotiseur programmeerde mensen zo dat ze geloofde bepaalde dingen te zien. Eén van hen, Tom, was ervan overtuigd dat er een giraffe in de kamer aanwezig was. Het interessante onderdeel van dit voorbeeld is echter dat vlak voordat Tom terug werd gebracht naar normaal bewustzijn, de hypnotiseur hem de opdracht gaf zijn dochter niet te zien. Tegelijkertijd stond zijn dochter Laura recht voor hem. Eenmaal ontwaakt uit deze hypnose werd er aan Tom gevraagd of hij Laura zag en hij antwoorden van niet, zelfs niet nadat zij begon te lachen om zijn reactie. Dit is een prachtig voorbeeld van het waarnemen van perceptie. Tom gelooft dat Laura er niet is en dus is ze er voor hem ook niet. De hypnotiseur hield een horloge achter Laura’s rug en vroeg Tom te zeggen wat het was, hij leunden richting Laura en las vervolgens de inscriptie van het horloge. 
Hoe is dat mogelijk? David Icke zou zeggen, naar zijn hoofd wijzend:

“We construct our reality ‘in here’ not ‘out there’.” (3)

Als de realiteit een veld van frequenties is die wij waarnemen als een holografische illusie, en de vertaling van het brein doorslaggevend is in hoe we deze wereld ervaren, dan wordt het opeens heel logisch dat bepaalde ‘onmogelijke’ fenomenen toch mogelijk blijken. Laura is een frequentieveld en niet een solide object, op het moment dat Tom de opdracht heeft deze frequentie niet te ontcijferen zal hij haar dus ook niet waarnemen, in dat geval kijkt hij rechtstreeks naar het frequentie veld van het horloge en is dus instaat de inscriptie te lezen. 

Tegelijkertijd kun je je afvragen waarom de ene illusie invloed kan hebben op de andere illusie. Mensen die de kennis van de holografische illusie hebben gerealiseerd zijn dan ook in staat de illusie te overstijgen. Een mooi voorbeeld hiervan is uiteraard het vuurlopen. Dr. William Tufts Bringham, geoloog en etnoloog, was aanwezig bij een ceremonie van de Hawaiiaanse Kahuna waarbij zij na een ritueel van gebeden (het los komen van de illusie door middel van concentratie) op blote voeten over vulkanische rotsen liepen, deze waren nauwelijks genoeg afgekoeld om het gewicht van de mensen te dragen. Ook Tufts Bringham werd in het proces meegenomen en liep over de rotsen. De laarzen die hij aanhield stonden aan het einde van de wandeling in vuur en vlam, zijn voeten waren onbeschadigd. Een ander voorbeeld is dat van Mirin Dajo, een Nederlander die in staat was zichzelf te doorboren met zwaarden en andere objecten zonder hier verwondingen aan over te houden. Hij heeft dit onder andere gedaan in het ziekenhuis van Zurich, de röntgenfoto toonde dat het object daadwerkelijk zijn lichaam penetreerde en heeft hiermee bewezen dat het geen truc was. Laat me je eraan herinneren dat een sensatie niet op de plek van aanraking wordt gevoeld, maar in de verwerking van de hersenen, en dat het lichaam eigenlijk een frequentieveld is. Verder zijn er natuurlijk tal van voorbeelden van yogi’s die instaat zijn uren zonder zuurstof door te brengen, of tijden zonder water en voedsel. 
Zoals Tufts Bringham al heeft aangetoond is het fenomeen niet alleen weggelegd voor ‘heiligen’. Verhalen waarin mensen opeens over “bovenmenselijke” krachten beschikken zijn welbekend. In momenten van grote uitdaging en emotionele stress kunnen we aan de aardse wetten voorbijgaan. De gedachten schakelen van realiteitswaarneming wanneer men zich in een staat van sterke concentratie en emotie bevindt en is daardoor niet meer onderhevig aan de ‘regels’ van onze ‘realiteit’.

Als iemand van geboorte af aan via ouders, in scholen, door de media en wetgeving geleerd krijgt dat twee plus twee, drie is dan zal hij dit aannemen als waarheid. Op die manier geldt voor het grootste deel van de wereldbevolking dat ‘zien is geloven’: “Ik kan het zien, horen, proeven, ruiken, aanraken dan moet het wel echt zijn.” Maar wie bepaalt dit? 
David Bohm is ervan overtuigd dat de realiteit alleen bestaat vanwege onze gedachten. We zijn wat we denken dat we zijn, en daarmee zijn we dus wat we anderen toestaan ons te vertellen wat we zijn. 

Kunt u zich voorstellen dat de wereldse gang van zaken behoorlijk onbegrijpelijk is voor een kind dat zich niet heeft aangesloten bij de algemeen aangenomen realiteit. Nog een leuk voorbeeld: ik moet ergens tussen de vier en acht jaar geweest zijn toen ik in de pauze op het schoolplein graag met een specifiek wagentje speelde. De deur tot het speelgoedhok zat echter op slot dus keerde ik mij tot de docenten om hulp te vragen. Ze zeiden dat de deur open was en dus probeerde ik het nog eens, maar de deur zat toch echt dicht. Ik herhaal de vraag, wederom zonder geholpen te worden maar ditmaal bij terugkeer opende ik de deur en pakte mijn geliefde wagentje. Even later hoor ik de docenten totaal verbijsterd praten over het geforceerde slot van het speelgoedhok, hoe kan dit? Toen ben ik maar snel iets verderop gaan spelen. Dat ik die deur open kreeg was natuurlijk opmerkelijk, ik was in ieder geval in de war of hij nu wel of niet op slot zat doordat de autoriteit mij bleef bevestigen dat ik gewoon het speelgoedhok in kon. Daarnaast was ik geïrriteerd door het uitblijven van hulp. Die twee factoren moeten een rol hebben gespeeld. Al met al heb ik die dag heerlijk gespeeld, dit was zo’n verhelderend lichtpuntje waar ik het eerder over had. 

Er is een mooi boeddhistisch verhaal wat ik in deze context graag aanhaal. 

Twee monniken zijn in gesprek over een vlag in de wind. De ene zegt dat de vlag beweegt, de ander zegt dat de wind beweegt. Dan komt er een derde monnik voorbijgelopen die het gesprek opvangt, hij zegt: “de vlag beweegt niet, de wind beweegt niet, je gedachten bewegen.” (4)

In de gestelde theorie is de observeerder en het geobserveerde één en hetzelfde, de maker is de creatie: het atoom wordt pas zichtbaar als het bekeken wordt, de gedachtegolf manifesteert zich in het frequentie patroon wat vervolgens wordt waargenomen in de ontcijfering van het brein. 

6. De frequentie van gedachten

Het idee dat we onze eigen realiteit creëren doordat we onze gedachten in het frequentie patroon manifesteren om het vervolgens te ontcijferen in onze waarneming kan in verband gebracht worden met de synchroniciteit waar Carl Gustav Jung, Psychiater en psycholoog, het over had. 

Carl Gustav Jung beschrijft de ongelofelijke coïncidentie dat duizendmaal aan de statistische kans voorbijgaat. Toeval dat geen toeval kan zijn. Er is bijvoorbeeld een bepaalde plek waar je altijd dezelfde persoon tegenkomt. Het zijn gebeurtenissen die met elkaar samenhangen maar geen oorzakelijk verband lijken te hebben. Volgens Carl Gustav Jung gaat een bepaalde bovennatuurlijke gebeurtenis gelijk op met een externe, niet bovenaardse gebeurtenis en bestaat er geen causaal verband. Het is alsof een ‘kracht’ de situatie leidt. Dat er geen causaal verband is wil ik in twijfel trekken op basis van de beïnvloeding die een gedachten kan veroorzaken op het frequentie patroon. 

Experimenten hebben aangetoond dat de signalen in het brein die een fysieke actie veroorzaken ongeveer een halve seconde eerder beginnen dan dat de bewuste keuze wordt gemaakt tot deze actie. Het moment dat een persoon besluit een kopje van tafel op te pakken is eigenlijk al een fractie van een seconden eerder begonnen dan waar hij zich bewust van was. Andere onderzoeken hebben aangetoond dat de reactie op stimulatie als eerste in het menselijk energieveld plaatsvindt en dan pas in de hersenen. Het onderbewustzijn maakt een keuze en het bewustzijn reageert hierop. 
Volgens David Icke is synchroniciteit het bewustzijn dat observeert wat het onderbewustzijn heeft besloten dat zal gebeuren.  

Waar je bang voor bent trek je aan, is een uitspraak die naar mijn idee over dit fenomeen gaat. De angst draagt een gedachtegolf uit die het frequentie patroon zodanig beïnvloed dat die angst daadwerkelijk plaats vindt in het illusionaire hologram. 
Daarnaast zou ik willen toevoegen dat frequenties die op hetzelfde niveau zitten elkaar versterken. Als je twee violen hebt en de snaar van één viool aanslaat zal deze snaar ook op de tweede viool gaan trillen, ofwel geluid maken. Omdat de snaren op hetzelfde frequentie niveau zitten worden ze geactiveerd wanneer ze in aanraking komen met deze frequentie.
Valerie Hunt, professor kinesiologie aan de universiteit van Californië, heeft vastgesteld dat iemands gemoedstoestand de frequentie van deze persoon beïnvloed. 
In samenwerken met de informatie uit het voorbeeld van de viool kun je stellen dat wanneer je zeer angstig bent voor een bepaalde gebeurtenis, en dus een bijhorende frequentie uitdraagt, je sneller een aansluitend energieveld zult aantrekken. Zo zie je vaak dat iemand die een zeer traumatische ervaring heeft gehad nog een keer in een soort gelijke situatie terecht komt terwijl de statistische kansen hierop nihil zijn. Anderzijds geldt natuurlijk dat ook wanneer je in een positieve gemoed toestand bent je aansluitende ervaringen aantrekt. Hiermee bedoel ik niet het uitdragen op het rationele level van het ego, maar op het dieper zijnsniveau van het onderbewustzijn.   

Verder zie ik nog een interessante parallel naar het werk van Carl Gustav Jung. Zo had hij het over het collectieve onderbewustzijn, een algemene opslagplaats van aangenomen informatie waar iedere soortgenoot toegang toe heeft en onder invloed van staat. Ik zou dat in verband willen brengen met het onderzoek waarbij een apenkolonie op een eiland een nieuwe manier aangeleerd kreeg om een aardappel te wassen. Nadat een x aantal apen van de kolonie de techniek had aangenomen begonnen hun soortgenoten op het vasteland opeens dezelfde methode te gebruiken. Hiermee ontdekten we dat wanneer een paar leden van een soort iets nieuws leren de andere leden op instinctief niveau toegang krijgen tot diezelfde kennis. Het collectieve onderbewustzijn waar Carl Gustav Jung het over had en het onderzoek naar de apenkolonie lijken mij samen te komen omdat de nieuwe techniek wordt geüpload in het onderbewustzijn en op die manier instinctief beschikbaar is voor alle andere soortgenoten. 
Ik kom weer terug bij de computervergelijking. Je zou het individu kunnen zien als een computer en het collectieve onderbewustzijn als het internet. De nieuwe informatie wordt op het web gezet en is daarmee toegankelijk voor iedere computer (soortgenoot) die erop aangesloten is. Iedere gedachte, overtuiging en vorm van kennis is een frequentie die wordt toegevoegd aan het collectieve onderbewustzijn. Als er genoeg leden tot een bepaald inzicht komen zal het snel omslaan in een wijdverspreide verandering. Zoals benoemd, het onderbewustzijn speelt een grote rol in de vorming van realiteit. 

Er is nog een punt dat ik in overweging wil nemen met betrekking tot de invloed van gedachte frequenties op de ervaring van realiteit. 
Zoals kenbaar is gemaakt gaan we er in dit uitgangspunt vanuit dat alles een frequentieveld is dat vertaald wordt tot de fysieke realiteit. Als je de algemeen geaccepteerde realiteit aanneemt, ofwel gelooft in de realiteit zoals de meesten van ons hem kennen, dan kan het ene frequentie patroon dus worden aangepast/aangetast door een ander frequentie patroon. Aangezien ook gedachten, emoties, en een staat van zijn een frequentie uitdragen zijn deze dus van invloed op het grotere frequentie patroon; de waargenomen realiteit. Daarbij is het wel belangrijk het volgende in beschouwing te nemen. 
Doordat wij de realiteit van oorzaak en gevolg binnen de holografische illusie als waarheid hebben aangenomen kan het ene frequentie patroon inderdaad invloed hebben op het andere. Als iemand mij aanraakt dan ervaar ik dat. Nu hoor ik u al denken; in het voorgaande hoofdstuk had je het er nog over dat de ene illusie geen invloed heeft op de andere. Zoals ik duidelijk probeer te maken is perceptie de realiteitservaring. Als ik geloof in oorzaak-gevolg dan zal het bestaan en andersom ook. Hierbij bedoel ik niet geloven in de zin van een oppervlakkige idee, maar een oprechte overgave aan het fenomeen. 
“Ja maar,” krijg ik dan als antwoord, als jij midden op de oceaan overboord wordt gegooid zal je toch echt verdrinken. Ik zou daar tegenin willen brengen dat dit een iets te simplistische benadering is. Omdat die realiteit voor mij niet bestaat, ik geloof niet dat ik ga verdrinken, zal ik niet snel een frequentieveld ofwel ervaring hebben waarin ik verdrink. Mocht ik nou toch op die rand van de boot komen te staan dan heb ik altijd nog de mogelijkheid om met mijn gedachten een andere ervaring te creëren. 
Zo is er een religieus verhaal dat stelt dat god geen van zijn volgelingen achterlaat. Een man valt overboord en blijft alleen achter op zee. Dan komt er een bootje voorbij, de schipper wil hem aanboort halen maar de man zegt “Nee, god zal mij redden.” Vervolgens komt er nog een bootje voorbij maar de man past wederom. Zelfs bij een groot schip gaat hij niet aanboort, want god zal hem redden. Eenmaal verdronken en in de hemel vraagt de man aan god waarom hij niet gered werd. God antwoordt “wat bedoel je? Ik heb drie boten gestuurd.” 
Dat is de kracht van perceptie is realiteit. Verdrinken bestaat niet in mijn realiteit en dus zal ik de frequentievelden ontcijferen die mij redden en vervolgens aan boort stappen. 

Het is interessant de invloed van gedachten frequenties in verband te brengen met het fenomeen klopgeest; onverklaarbare geluiden, objecten die vallen, kranen die plotseling opendraaien. Aangezien er veel overeenkomende thema’s zijn in gevallen van een klopgeest zijn onderzoekers tot het idee gekomen dat de dader niet daadwerkelijk een geest is maar de gemoedstoestand van één van de betrokken personen. Het blijkt dat klopgeestactiviteiten vaak verbonden zijn aan tieners, met de nadruk op meisjes, die door een periode van emotionele stress gaan. Het energieveld dat ze daarmee oproepen, ofwel de frequentie die ze daarmee uitdragen, is zo sterk dat het daadwerkelijk invloed heeft op het verdere frequentie patroon en dus door de hersenen wordt ontcijferd en daarmee waargenomen in de ‘realiteit’. 
Onbewust heeft het meisje een interactie via haar gedachten en gemoedstoestand met de objecten op het niveau van de frequenties. Deze interactie ontstaat doordat ze op een onderbewust niveau haar emotionele staat van zijn uit. Op het bewuste niveau wordt dit dus waargenomen in de vorm van vreemde geluiden, etc. Wanneer ze haar emoties zou bedaren zou ook de waargenomen realiteit terugkeren tot de normale gang van zaken. Het externe fenomeen is een reflectie van de innerlijke situatie.

Dit principe in acht nemende werpt uiteraard een ander licht op de waargenomen realiteit. Het proces lijkt erop te wijzen dat wij constant onze eigen realiteit creëren door middel van de frequentie die we vertegenwoordigen. Onze ervaring van de realiteit houdt ons een spiegel voor. 

7. Alles staat in verband met elkaar

Zoals een object er niet kan zijn zonder de ruimte waarin het object zich manifesteert, zo kan de ruimte niet bestaan zonder dat er een object bestaat. Het ene bestaat alleen wanneer het in verband staat met het zogeheten andere. In de meeste huidige maatschappijen geven we geen aandacht aan deze samenkomst. We zien alleen de tekst en gaan voorbij aan het papier waarop geschreven wordt, terwijl zonder die achtergrond geen woord zichtbaar zou kunnen zijn. Als het ene niet los kan bestaan van het andere zou je ook kunnen stellen dat ze één zijn. Ze hebben elkaars contrast nodig om als zodanig te bestaan. 

Ook wetenschappelijk onderzoek toont de eenheid van het geheel aan, zoals dat van Stanislav Grof, professor aan de John Hopkins academische universiteit van medicijnen. In 1950 begon hij zijn onderzoek naar de impact van LSD en de eventuele medische voordelen. Hij heeft 4000 LSD sessies uitgevoerd en 20.000 sessies met zijn Holotropic breath work, een combinatie van ademtechniek, geluid, lichamelijke en creatieve activiteit. Deze techniek heeft volgens Grof:

“An extraordinary potential for opening the way for exploring the entire spectrum of the inner world.”

Het is fascinerend waartoe zijn cliënten in staat waren wanneer zij zich in deze andere staat van bewustzijn begaven. Zo konden zij ervaren hoe het was om een dier of plant te zijn, ze omschreven ingewikkelde details van hun genen en gedrag waarvan later bleek dat ze 100% correct waren. Zo ook konden zij ervaren wat het was om een atoom of een bloedcel te zijn, konden ze in de binnenkant van de zon kijken, en ervaarde ze wat het was om in de baarmoeder te zitten. Anderen hebben aangegeven dat ze het bewustzijn van de hele kosmos werden. 

Volgens David Icke zijn Stanislav Grof’s cliënten, en ieder ander persoon, hiertoe instaat omdat alles één is. De ervaring van een afgescheiden realiteit, waarin onafhankelijke factoren bestaan is volgens hem een perceptie, die vervolgens de bijbehorende ervaring in het leven roept. Met andere woorden, wij zijn de kosmos, wij zijn de ander, wij zijn het bewustzijn dat deze ervaring heeft, het bewust zijn dat zich in deze oneindige mogelijkheden uit. 

Door zijn onderzoek realiseert Stanislav Grof zich dat de onderliggende ‘waarheid’ van de gevestigde wetenschap, die wordt aangeleerd in scholen en universiteiten, een fantasie is:

“Traditional science holds the belief that organic matter and life grew from the chemical ooze of the primeval ocean solely through the random interaction of atoms and molecules. Similar, it is argued that matter was organized into living cells, and cells into complex multicellular organisms with central nervous systems, solely by accident and natural selection. And somehow, along with these explanations, the assumptions that consciousness is a by-product of material processes occurring in the brain has become one of the most important metaphysical tenets of the western worldview.”

“As modern science discovers the profound interaction between creative intelligence and all levels of reality, this simplistic image of the universe becomes increasingly untenable. The probability that human consciousness and our infinitely complex universe could have come into existence through random interactions of inert matter has aptly been compared to that of a tornado blowing through a junkyard and accidentally assembling a 747 jet.” (5)

Zoals eerder beschreven vormt perceptie de realiteitservaring. Een bepaalde overtuiging zorgt ervoor dat men alleen die informatie waarneemt die bij de overtuiging aansluit. Het wordt keer op keer aangetoond dat dit ook geldt binnen de wetenschap, de vooraannames van wetenschappers beïnvloedt hun onderzoeksresultaten. Daarnaast zijn er verschillende wetenschappelijke experimenten die aantonen dat we tot meer dan 50% van de informatie die door het oog binnen komt niet waarnemen op basis van onze geconditioneerde overtuigingen. Het lijkt mij verstandig dit in acht te nemen wanneer we wetenschappelijke bevindingen een god-achtige status geven, en hen het laatste woord over de waarheid toekennen. De percepties van realiteit die we hebben zijn gebaseerd op de aannamen dat we in staat zijn een juiste perceptie van realiteit te bevatten. 

De gevestigde wetenschap is geheel gebaseerd op het onderzoek van de waargenomen realiteit. De Deense natuurkundigen Niels Bohr maakt een interessant punt wat dit uitgangspunt bekritiseerd; “Als subatomaire onderdeeltjes alleen bestaan op het moment dat ze waargenomen worden, hoe is het dan mogelijk iets te zeggen over hun bestaansvormen voordat zij worden waargenomen, en daarmee over hun ware aard”. 
Toch blijft het de norm alleen te onderzoeken en te labelen binnen deze waargenomen laag van de realiteit en dat terwijl er voldoende informatie verworven is over de illusionaire factoren van deze realiteitslaag.
Zoals Nikola Tesla, natuurkundige en uitvinder, al zei: 

“The day science begins to study non-physical phenomena, it will make more progress in one decade than in all the previous centuries of its existence.”

Verder benadert de gevestigde wetenschap de wereld als losse onderdelen, wat duidelijk terug is te zien in de structuur van specialisaties die nauwelijks of nooit met elkaar in verband worden gebracht. 
Robert G. Jahn, plasmafysicus en oprichter van Princeton Engineering Anomalies Research Lab, stelt dat de deeltjes van atomen niet ontdekt worden door de onderzoekers maar dat de onderzoekers deze deeltjes zelf creëren. Michael Talbot vergelijkt de situatie als een auto die van kleur en model verandert afhankelijk van wie er in rijdt. Het ontstaan van deze verschillende ondervindingen valt te verklaren vanuit het feit dat vooraannames de uitkomst beïnvloeden, ofwel perceptie is de realiteitservaring.
Als een subatomair onderdeeltje verschillende grote aanneemt in verschillende onderzoekslaboratorium, waarop funderen we dan nog de ondervindingen?

Het is belangrijk atomen in oogschouw te nemen omdat zij de bouwstenen zijn van onze werkelijkheid, en daarom dus de basis van alle conclusies die we op deze ‘werkelijkheid’ baseren.  

8. De conclusie is liefde

De holografische illusie, de droom, is de matrix die bestaat uit alle informatie die wij via de vijf zintuigen waarnemen. Deze informatie wordt vervolgens tot onze realiteitservaring omgezet via de elektromagnetische impulsen en verwerking van de hersenen aan de hand van de percepties die wij naar aanleiding hiervan hebben.
Velen van ons geloven dat de wereld zoals wij hem kennen ‘echt’ is, fysieke materie onderhevig aan fysieke krachten. Dit is echter niet zoals het is. Deze kennis is voor velen van ons verloren gegaan. Wat daarvan de oorzaak is vraagt om een geheel nieuwe uiteenzetting en is in de context van de huidige niet vereist om mijn boodschap over te brengen. Desalniettemin raad ik iedereen aan hun perceptie te openen en het antwoord op deze vraag kritisch te toetsen. Want als het leven zoals wij het kennen daadwerkelijk niet bestaat, de mens niet de materie en zijn percepties is maar het bewustzijn dat deze ervaringen heeft, ofwel een spiritueel wezen is, hoe kan het dan dat we hier niet meer mee in contact staan?
Waarom kiezen wij er voor deze realiteit te dromen? Zoals ik al zei; de realiteitservaring houdt ons een spiegel voor. Het is tijd om verantwoordelijkheid te nemen voor ons zijn. Dat begint met het openstellen van vastgeroeste perspectieven, met het aannemen van een objectieve houding in onze ervaringen. Een open blik op de wereld en mogelijkheden, zoals een kind vol verwondering zijn leven tegemoet treedt. Los van het narratief over realiteit dat we onszelf vertellen. Als ik zou zeggen dat er ergens op de wereld een heel groot dier bestaat, wel vijf keer zo groot als een mens, met flapperende oren en ook nog eens een lange slurf waarmee hij dingen oppakt en water drinkt, dan had u me toch voor gek verklaard als u nog nooit een plaatje van een olifant had gezien. Het is maar net uw perceptie van wat kan en wat niet, dat u in staat stelt het bestaan van een olifant in uw realiteitservaring toe te laten. 
Wanneer de meerderheid van de mensen in hun leven alleen maar witte zwanen hebben gezien betekent dit niet dat zwarte zwanen niet bestaan. Ik heb ze wel gezien en ze zijn onderdeel van mijn realiteit. 
Op geen enkele manier wil ik iemand te kort doen. Moge het duidelijk zijn dat ik mij ervan bewust ben dat niets aan onze huidige ervaring van dualiteit, van niet eenheid, een fout is. Alles speelt een rol in de evolutie van bewustwording. Het enige wat wij hoeven te doen is ernaar kijken en erop anticiperen. Daarbij is juist de notie van goed of fout datgene wat de dualiteit in stand houdt. Alles is, en dat is het. Ons oordeel over, ofwel percepties van wat ‘is’, is niet de realiteit, alleen een droom waarin we zelf kiezen hoe we deze ervaren. 

Dat wat de realiteit is, zal altijd de realiteit zijn en is niet onderhevig aan degradatie. Het simpelweg is. Het maakt niet uit wat voor ophef er omheen ontstaat. Dat betekent dus ook dat alleen dat wat niet realiteit is, noem het waarheid, in het gedrang kan komen. 
Alles is één, u, ik en het ander is de totaliteit. Daarmee is het onmogelijk de positie ten opzichte van realiteit te verliezen. We zijn altijd dat wat is, en dat is altijd zo geweest onafhankelijk van onze eigen percepties eromheen. 

Gevoelsmatig heb ik het idee dat wanneer de mensheid meer en meer ontwaakt voor zijn eigen goddelijke aard we de werkelijkheid kunnen waarnemen vanuit een perspectief dat ons in staat stelt onze waarheid, onze percepties, meer in overeenstemming te brengen met de realiteit.  Max Planck zegt:

We moeten uitgaan van een bewustzijn als de stuwende kracht achter het ontstaan van de matrix, een bewustzijn waarin de realiteitservaring zich ontvouwt”.

Zoals ik al benoemende, alles is een ervaring in het bewustzijn. Ook David Icke weet het mooi te verwoorden:

We are infinite consciousness having a human experience.”

Met ons zijn er vele anderen die het leven op deze manier begrijpen. 

Omdat alles één is, hebben we allemaal toegang tot inzicht in deze kennis. Het is belangrijk dat we ieder bij onszelf te rade gaan welke informatie op een oprecht niveau overeenkomt met onze visie op de werkelijkheid. Als niets van wat ik zeg aansluit bij uw werkelijkheid in dit moment dan is dat oké. We zijn soevereine wezens met een eigen verantwoordelijkheid. Het is dan ook aan ieder voor zich om een bewuste keuze te maken over wat we aannemen als realiteit. Net zo goed als dat voor mij geldt. Het is juist die werkelijke diversiteit die een ware uiting is van realiteit, namelijk oneindige mogelijkheden. Laten we daarin bloeien, en daarvan de vruchten plukken. 

Met het verruimen van percepties komt men meer in zijn kracht te staan. Er ontstaan namelijk meer of minder mogelijkheden binnen de realiteitservaring aan de hand van perceptie. Al is het alleen maar het besef dat we zelf het heft in handen hebben over hoe we een ervaring ervaren, omdat wij degene zijn die de informatie interpreteren, dat geeft kracht. Maar het gaat verder dan dat, als ik in de percepties leef dat ik een auto kan optillen, net zoals een moeder in nood dat kan om haar kind te redden, dan beschik ik over meer kracht dan wanneer ik in de perceptie leef dat het optillen van auto’s voor mij onmogelijk is en ik dus ook nooit een auto zal optillen. 
De kracht om bepaalde dingen te doen is altijd afhankelijk van iemands mogelijkheden om waar te nemen wat er gebeurt, de perceptie van wat kan en wat niet. Als iemand een getal in zijn hoofd neemt en ik wil op telepathische wijze die informatie overnemen, dan zal ik de perceptie moeten hebben dat dit een mogelijkheid is. Wanneer ik dit niet in mijn realiteitservaring aanneem en dus dit subtiele level van realiteit niet erken dan zal ik er nooit op kunnen inschakelen en zo doende het getal niet kunnen lezen uit iemands gedachten. Net zoals ik niet in staat ben om zoals vogels infrarood waar te nemen met de huidige mogelijkheden waarover ik beschik. In eerste instantie lijkt het erop dat dit in verband staat met de mogelijkheden van onze zintuigen. Toch durf ik te opperen dat daar nog vele onontdekte mogelijkheden op onze aandacht, zeg bewustzijn liggen te wachten. 
            Belangrijk te vermelden is, dat deze kracht waar we het over hebben nooit verdwijnt of ontstaat. Het is altijd daar, zoals ik net zei realiteit is, niets doet daaraan af. Het is alleen een kwestie van die krachten binnen de mogelijkheden, binnen het veld van beïnvloeding hebben of niet. De kracht is er, het vereist alleen een verschuiving van perceptie om er gebruik van te maken. 

Het is interessant te zien dat eeuwen oude kennis langzaamaan herontdekt wordt.Zo had Gautama Siddharta, ofwel Boeddha, het er al over dat de psyche die de beperking waarneemt, zelf de beperking is.  Hij was niet de enige die eerdergenoemde fenomenen verwoordde. Plato had het over de afgeleide realiteit in zijn allegorie van de grot. Volgens dit denkbeeld zou de mens in een grot zitten tegenover de wand waarop de schaduwen van de werkelijke wereld zich projecteren. Hun wereld bestond uit deze schaduwen van de werkelijke wereld, die zij foutief aannamen als realiteit. De enige waarheid in hun bestaan was het licht dat de schaduwen op de muur mogelijk maakte. Het licht zou naar mijn idee symbool staan voor het bewustzijn dat het mogelijk maakt de atomen (de schaduwen) waar te nemen en daarmee de realiteitservaring te creëren die wij in dit leven hebben, gelijkstaand aan het leven in de grot.
Of neem de Vedische kennis waarin dezelfde benadering van realiteit gevonden wordt. De 18de -eeuwse Hindoeïstische mysticus Shankara verwoordde het als volgt; 

This entire universe of which we speak and think is nothing but Brahman (infinite consciousness). Brahman dwells beyond the range of Maya (illusion). There is nothing else.” 

En zo heb je ook de inheemse volkeren, uit bijvoorbeeld Zuid-Amerika en Australië die leven vanuit het inzicht dat dit aardse bestaan, onze ervaring van realiteit een droom is. 
Tot op zekere hoogte geldt de uitspraak ‘hoe meer je te weten komt, hoe meer je inziet hoe weinig je weet’ en dat overstijgend geldt; ‘hoe meer je weet, hoe minder je hoeft te weten.’ Uiteindelijk is het zo simpel.

Infinite Love is the only truth – everything else is illusion.                                                                                                                                        

9. Bijlage

Jij, op jouw pad, voor even in ontmoeting met dat van mij, ik hou van je.
Bedankt voor het door jouw belichaamde bewustzijn, geschonken aan het lezen van dit werk. 
Dat het je mag ondersteunen in de volgende stap. 

            Liefde is er altijd. Hoe meer je liefhebt, hoe meer je ziet dat alles jou liefheeft. 
In het rijkelijk schenken van liefde, komt liefde je in overvloed tegemoet. 
Ik wens je een goddelijke ervaring hier in het aardse. Weet dat je gezegend bent. 

Mare Roorda. 

10. Bibliografie

  1. The meaning of relativity (princeton university press 1972), Albert Einstein
  2. The holograpihic universe, Micheal Talbot
  3. Tales of the timeloop, David Icke
  4. De poortloze poort, Yamada Koun, Koan 29
  5. The holotropic mind, Stanislav Grof

Algemene verwijzingen:

The secret science behind miracles, Max Freedom Long 
Biology of believe, Dr. Bruce Lipton
Peace, power, presence, Jonathan Evatt